Toen chirurg Gijs iordens in 2018 begon bij Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis, had hij zijn twijfels. “Ik kwam uit de grote stad en had altijd gewerkt in grotere opleidingsziekenhuizen en het Erasmus MC en had mijn bedenkingen over de reisafstand, de professionele uitdagingen en het werkplezier in een regionaal ziekenhuis.” Toch besloot hij op uitnodiging van traumachirurg Maarten Staarink eens een dag mee te lopen in Dirksland. “Dat voelde meteen als een warm bad. De sfeer, de korte lijntjes, de kleinschaligheid, de toewijding – ik was verkocht.”
Inmiddels is hij er bijna zeven jaar werkzaam en voelt hij zich volledig op zijn plek. “Ik dacht dat dit mijn eerste baan na mijn opleiding zou zijn en dat ik daarna misschien weer door zou gaan. Maar al na een paar maanden wist ik: ik blijf hier. De reisafstand vanuit Rotterdam is precies 35 minuten – tegen de file in – en die is het dubbel en dwars waard.”
Van Albert Heijn naar ‘de buurtsuper’
Gijs vergelijkt de overstap naar Dirksland met het verschil tussen een Albert Heijn XL en een knusse buurtsuper. “In academische centra is alles groot, massaal, soms onpersoonlijk. De afstanden in Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis zijn korter – letterlijk en figuurlijk. Je kent je collega’s, groet elkaar op de gang, overlegt snel met elkaar. Zelfs met de raad van bestuur zijn de lijnen kort. Dit alles draagt bij aan een hoge kwaliteit van zorg. En het ‘assortiment’ is desondanks vrij uitgebreid.”
Hij merkt ook dat er binnen het ziekenhuis een gezamenlijke trots leeft. “Mensen op álle niveaus zijn betrokken en streven eenzelfde doel na. Zelfs patiënten zijn teleurgesteld als je ze moet verwijzen als een behandeling elders moet plaatvinden. Dat zegt veel over hoe ze de zorg hier ervaren.”
Vakgroep als verademing
De vakgroep chirurgie noemt hij een verademing. “Dat zit ‘m niet alleen in de deskundigheid, maar vooral ook in de mentaliteit. We willen allemaal goede zorg leveren én tegelijkertijd zorgen voor een gezonde, toekomstbestendige praktijk. Dat betekent dat we open praten over werkdruk, keuzes maken die goed zijn voor de patiënt én voor onszelf, en ruimte houden voor ontwikkeling. Die balans voel je hier echt. Er is collegialiteit, er wordt gelachen, en we doen ook buiten het werk genoeg leuke dingen samen. Wat ik destijds als mogelijke nadelen zag, zijn totaal niet uitgekomen. Ik ben hier enorm op mijn plek.”
Ruimte voor vakmanschap
Het werk is bovendien inhoudelijk uitdagend. “Veel mensen denken bij een regionaal ziekenhuis aan eenvoudige ingrepen, maar dat beeld klopt niet. Juist hier krijg je als chirurg de ruimte om je vak in de volle breedte uit te oefenen waarbij er meer dan voldoende ruimte is om ook de complexere zorg te verlenen. Daarnaast wordt er nauw samenwerkt met ander regionale ziekenhuizen om de zorg hier beter te maken. Dat houdt het werk boeiend én zorgt ervoor dat patiënten uit de regio dichtbij huis terechtkunnen voor goede zorg.”
Aandacht voor elkaar én voor jezelf
Ook het evenwicht tussen werk en privé wordt goed bewaakt, zegt Gijs. “Ik ben chirurg, dus de drukte hoort erbij. Maar toen mijn zoontje ging afzwemmen en ik eigenlijk drie operaties op de planning had staan, nam een collega die uren over. Daardoor kon ik erbij zijn. We staan hier klaar voor elkaar.”
Zelfs sporten tijdens een dienst is geregeld. “Je kunt gewoon een pasje halen en even naar de sportschool op de hoek. Dat is hier geen luxe, dat is normaal.”
Werken met uitzicht over de weilanden
De chirurg prijst verder het uitzicht en de omgeving. “Er is niks mooiers dan vanuit de operatiekamer uitkijken over de weilanden. De rit hierheen – podcast aan, over de Haringvlietsluizen – voelt elke ochtend een beetje als vakantie. Dat is heerlijk werken.”
Nuchtere mensen, prettig contact
Wat Gijs ook aanspreekt, is de patiëntenpopulatie op Goeree-Overflakkee. “Ik houd van de mensen hier. Het zijn nette no-nonsense types. Ze zijn beleefd, dankbaar en staan met beide benen op de grond. Je kunt er goed mee communiceren, ik kan er echt mee lezen en schrijven. En ik vind het dialect prachtig.”
Altijd in beweging
Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis staat volgens Gijs niet stil. “De wil om te verbeteren zit in de cultuur. Hoe maken we het beter, fijner, efficiënter – voor de patiënt én voor de dokter? Daar wordt over meegedacht op alle niveaus. Vakgroepen helpen elkaar ook, vakgroepoverstijgend zelfs. Als het druk is, loopt iedereen net dat beetje harder voor elkaar. Die bereidheid om bij te springen zie je echt niet overal. Maar hier wel.”